Omgaan met iemand met een depressie. ‘Eén sms’je met ‘hoe gaat het?’ doet me al goed’
Luc Vercauteren , 13 juni 2015
Drie weken geleden was er plotseling een omslag. Er zat al enkele weken een stijgende lijn in m’n gemoedstoestand maar vrij abrupt verdween de grauwe, donkerzwarte sluier van angsten en negativiteit en maakte plaats voor lichte euforie, blijdschap en andere positieve emoties. Mijn depressie had ruim een jaar geduurd.
Bizar hoe m’n hoofd functioneert
Ik heb een bipolaire stoornis type 2: depressies, variërend van ernstig tot licht, en hypomane periodes (lichte manie) wisselen elkaar af.
Bipolaire stoornis, het wordt ook wel manische depressiviteit genoemd: in Nederland lijden maar liefst 250.000 mensen aan deze stoornis. Het is een stemmingsstoornis, een ziekte die de hersenen beïnvloedt waarbij periodes van overdreven opgewektheid en neerslachtigheid elkaar afwisselen. De exacte oorzaak is niet bekend, maar een chemische disbalans ven bepaalde stoffen in de hersenen speelt een belangrijke rol.
Een depressie is voor mij donker en vol met negativiteit en angsten, het is uitzichtloos en hopeloos. Ik ervaar het als een diepe donkere put, waar je onmogelijk uit kunt komen, ondanks dat mijn verleden het tegendeel bewijst.
Een hypomane periode laat zich voor mij het best omschrijven als een periode van verhoogde activiteit en grenzeloos gedrag naar anderen toe en op alle gebieden waar ik plezier aan beleef.
Mijn moreel kompas slaat door
Het is ook een tijd van conflicten met mensen die van nabij zien dat het helemaal niet zo goed met mij gaat als ik zelf ervaar. Mijn gedrag wekt irritatie op en ze proberen me te bereiken en te waarschuwen. Ik ga daar fel tegenin, hoe durven ze tenslotte te twijfelen aan mij als persoon, ik ben immers toch geweldig. Het legt dan ook een zware druk op hen en onze onderlinge verhoudingen, ik ben onbereikbaar.
Een hypomane periode resulteert bij mij in lichamelijke en geestelijke uitputting en mondt uiteindelijk uit in een depressie vol met negativiteit, schaamte, spijt en schuldgevoelens over dat wat ik gedaan heb, angsten en een extreem slecht zelfbeeld.
Ook al weet je dat je gevoelens, gedachten en gedragingen grotendeels worden veroorzaakt door je ziekte, je voelt je verantwoordelijk en schuldig. Helaas reageert de omgeving er soms ook zo op, ze nemen het je kwalijk. Vergelijk het met iemand met een gebroken been die je afbelt voor het wekelijks rondje samen rennen; hij kan niet anders. Dat is vervelend maar om daar nou kwaad over te worden? Begrip en sympathie lijken me meer op z’n plaats.
Mijn kracht tijdens een depressie is ondanks de uitzichtloosheid, altijd blijven doorgaan, voor zover mogelijk. Ik zet een masker op voor de buitenwereld en probeer sociale contacten en sportieve activiteiten op peil te houden. Waarom ik dat doe weet ik niet, misschien is het een onbewust overlevingsmechanisme, want er is geen hoop. Ik doe dit met grote tegenzin, angsten en desinteresse in het leven en in anderen.
Het interesseert me niet als m’n beste vriend een dochter krijgt, het raakt me niet
Het interesseert me niet als er een boot met duizend vluchtelingen zinkt, het komt niet bij me binnen. Ik schaam me diep voor die desinteresse en onverschilligheid wat mijn negatieve zelfbeeld alleen maar versterkt. De meeste vrienden en familie zijn er altijd voor me. Maar de liefde, aandacht en goed bedoelde adviezen bereiken me meestal niet.
Liefde en houden van bestaan niet in het hoofd van een depressief persoon
Je kunt het niet voorstellen dat iemand om je geeft, je bent tenslotte een walgelijk persoon. Daardoor benader je het soms zelfs met enige argwaan, met wantrouwen, want het lijkt zo onecht, het past zó niet bij de toestand waar je je in bevindt. Ondanks dat is het belangrijk dat de omgeving er voor je is. Eén keer in de week een sms’je met ‘hoe gaat het?’ doet me al goed. Het liefst zou ik me willen opsluiten, wegduiken in m’n bed, slapen en gewoon niet meer wakker worden, rust. De schaamte en schuldgevoelens voor m’n gedachtes zijn groot, en leiden tot angsten voor sociaal contact en alles wat buitenshuis plaatsvindt
Als je het beestje een naam wilt geven, denk ik dat ik nu licht hypomaan ben. M’n stemmingsstabilisator is opgehoogd en zo denken we het onder controle te houden. Ik herken het nu voor de eerste keer, en dat is positief. Mijn familie en vrienden kennen me en zullen me waarschuwen als het uit de hand loopt. Of ik dan luister weet ik niet; ook dat is deels onderdeel van mijn aandoening.
10 tips: wat kun je doen voor iemand met een depressie? (en wat liever niet)
- Oordeel niet, maar luister
Laat de depressieve persoon praten en vraag naar zijn of haar gedachten. Een depressief persoon schaamt zich vaak voor zijn gedachten. Veroordeel die gedachten niet maar zeg dat die gedachten over zichzelf, anderen en het leven horen bij de depressie. De depressieve persoon is niet zijn gedachten, het zijn ‘slechts’ gedachten. Die horen bij zijn toestand. - Wees terughoudend met het geven van adviezen
Adviezen kunnen worden opgevat als een verwijt. Een depressief persoon is niet dom en weet ook wel dat hij bijvoorbeeld moet gaan sporten, maar hij kan het simpelweg vaak niet. Verwacht niet dat adviezen worden opgevolgd, beter om ze niet te geven en te vragen hoe je kunt helpen.
Geef aandacht
- Blijf de depressieve persoon uitnodigen voor feestjes en andere activiteiten ook al weet je dat hij er geen zin in heeft, verplicht hem niet. Verwacht geen respons en interactie. Een sms’je met ‘hoe gaat het?’ één keer in de week doet ook al goed.
- Verwacht geen interesse
Een depressief persoon is nergens in geïnteresseerd en is onverschillig. Veroordeel dat niet, het hoort bij de depressie, hij vindt het zelf al erg genoeg dat hij zo denkt. - Iemand is ziek en is zichzelf niet
Bedenk dat depressie een ziekte is, een depressief persoon is zichzelf niet. Zeg hem dat ook, dat hij depressief is en daardoor alles door een zwarte bril ziet. Probeer hem niet te overtuigen dat de wereld anders is dan dat hij hem ervaart maar luister gewoon. - Geef je eigen grenzen aan
Het kan voor jezelf zeer vermoeiend en ingrijpend zijn om met een depressief persoon om te gaan. Een depressief persoon heeft weinig ruimte voor aandacht voor een ander en kan je uitputten. Neem tijd voor jezelf, zoek zo nodig professionele hulp en word geen hulpverlener. - Onderneem samen
In een depressie wil je je het liefst terugtrekken en alleen zijn. Blijf stimuleren en uitnodigen om samen activiteiten buitenshuis te ondernemen, stel je hierin niet dwingend op. - Zoek professionele hulp
Zeg hem dat hij professionele hulp moet zoeken, dat er therapieën en medicijnen zijn die hem kunnen ondersteunen. Wees hierin ook niet dwingend, het moet uiteindelijk uit hemzelf komen. - Vraag waarmee je kunt helpenEen depressief persoon heeft vaak moeite met de dagelijkse dingen, administratie, boodschappen doen, huishouden, etc. Z’n competenties zijn minder en het interesseert hem gewoon vaak niet. Verwijt hem dat niet maar biedt je hulp aan met gepaste terughoudendheid.
- Praten over zelfmoord.
Regelmatig hebben depressieve personen zelfmoordgedachtes. Vraag hem hiernaar en veroordeel ook deze gedachten niet. Reken maar dat hij zich er schuldig over voelt. Zeg hem dat hij waardevol is, dat de gedachten bij de depressie horen en dat het voorbijgaat. Het kan al helpen voor hem om erover te praten.
Hoe diep kun je zinken?
Zonder iemand ben ik nergens.
Voor mij en iedere mededwanger is het van (levens)belang om uit te komen voor je dwang. Daarom wil ik het in deze blog hebben over dat moment van uit de kast komen, met de billen bloot, voor de dag ermee of hoe je het maar noemt. Dat maakt niet uit. Als je het maar doet.
Waarom?
Omdat dat het begin is van je gehele of gedeeltelijke genezing van je dwang. Omdat je dan niet meer alleen staat in je dagelijkse strijd. En dat mag je jezelf gunnen want daardoor word je leven leefbaarder.
Smetvrees, dat heb ik momenteel. In de loop van mijn leven heb ik al veel verschillende vormen van OCD gehad. Als ik het ene getemd had, kwam het andere op. De uren die mijn dwang me al extra heeft gekost, zou ik graag uitbetaald krijgen. Ik ben de vijftig gepasseerd en dwang al sinds mijn dertiende. Tel uit je winst!
Hoe lang het duurde?
Voordat ik uit durfde te komen voor mijn dwang? Veertig jaar en dat zijn er veertig teveel. Als je ervan uitgaat dat een mens één keer leeft, is dat minstens de helft van mijn leven. En dan moet ik vanaf nú ophouden met dwangen. En dat heb ik al duizend-en-één keer geprobeerd.
Ik voelde me heel kwetsbaar, bang en vreselijk verlegen toen ik naar mijn huisarts ging en voor het eerst over mijn OCD vertelde. Zo kwetsbaar had ik mij nog nooit gevoeld. Ik vertelde mompelend dat ik wel erg veel mijn handen waste. Dat ik dwang had. Dat ik daarmee niet stoppen kon. Dat ik mij schaamde. Dat ik somber en depressief was. Dat ik de vogels niet meer hoorde fluiten. Dat ik niet meer kon lachen om mijn hond. En al het andere, wat ik hem niet kon vertellen.
Krimpen
Al pratend voelde ik me steeds meer krimpen. Mijn huisarts zat nog steeds aan de andere kant van het bureau. Hij is een man van mijn eigen leeftijd, intelligent, aantrekkelijk. Hoe diep kan een mens zinken, vroeg ik mij af.
Ik durfde mijn huisarts niet aan te kijken toen ik het vertelde. Af en toe, in de beweging van mijn hoofd, keek ik hoeveel verbijstering er op zijn gezicht te lezen stond. Maar dat zag ik niet en hij nam het gesprek over toen ik een tijdje stil viel.
“Wat wil je dat ik voor je doe?” Ik zei niks. Hij liet niet los. En ik ging niet weg. De eerste stap op deze smalle en wiebelende loopplank had ik gezet. Ik vertelde hem dat ik lid geworden was van de Angst, Dwang en Fobiestichting en dat zij me in contact hadden gebracht met een ervaren, goede gedragstherapeut. Daar wilde ik een verwijzing voor.
“Moet ik mij zorgen maken over jouw huidige depressie?” vroeg hij. Wat voor zorgen? Hij bedoelde of ik voor de trein ging springen of van een hoog gebouw of in mijn geval als verpleegkundige makkelijker: de opiatenkast plunderen van het ziekenhuis waar ik werk, om dan in één keer van alle dwang en depressie verlost te zijn?
Zinken of zwemmen
Ik beloofde hem dat ik het allemaal niet zou doen en vroeg me ondertussen af of deze belofte mensen enigszins van een poging afhoudt. Hij zal er wel verstand van hebben dacht ik. Daarbij, hij kan toch moeilijk al zijn depressieve patienten aan de hand nemen. Mee de Albert Heijn in, mee op visite, mee in bed.
Ik kreeg een verwijzing voor de gedragstherapeut maar tot mijn grote schrik ook een voor een psychiater. Mijn huisarts legde me uit dat hij zich niet bekwaam genoeg achtte om de anti-depressiva aan te passen in relatie tot de OCD. Ik begreep het. Maar naar een psychiater? Ik voelde mij nog dieper weg zinken.
En toen zat ik een maand geleden voor het eerst in mijn leven tegenover een psychiater. Van mijn eigen leeftijd, intelligent, aantrekkelijk. En weer vertelde ik over mijn grootste schaamte van de afgelopen 40 jaar. Over mijn vormen van OCD. Over mijn wanhoop en depressie. En weer voelde ik mij kwetsbaar en vroeg ik mij af: hoe diep kan een mens eigenlijk zinken?
Maar ik merkte dat de diepe put een bodem had. Een bodem van waaruit ik de weg omhoog kon beginnen. Daar had ik wel hulp bij nodig en ik was blij dat ik die stap genomen had. Mijn eerste stap omhoog.